Afzien om te zien: Vesoul (Jacques Brel)

T’as voulu voir Vesoul y on a vu Vesoul. Zondagavond 18 juli dicteert mijn man mij die woorden als afsluitingsquote van de dag. Ik schrijf ze gedwee op in mijn reisdagboekje. Ik moet toegeven: Om te zien heb ik zwaar afgezien!

Want de stad Vesoul ligt niet op de “veloroute du soleil” van Nancy tot Perpignan die we fietsen. We moeten er heel wat extra kilometers voor klimmen.

Het fantastische lied ‘Vesoul’ van Jacques Brel is al altijd een van mijn favorieten geweest. Nu we er – volgens de landkaart dan toch – vlakbij fietsen, beslissen we om de derde etappe van onze fietsvakantie hier te laten toekomen.

Al drie dagen spookt het lied constant door mijn hoofd. Het ritme is hallucinant jachtig; zowaar onmogelijk om de tekst mee te zingen.

Het centrum van het stadje  is aangenaam met een vlotte Franse sfeer, geen toerisme, enkele zonnige pleinen en een statig Hôtel de Ville. Aan de stadsrand bevindt zich een belangrijke nijverheidszone. Middelmatig, dat was de stad ook al in 1961 toen Jacques Brel er kwam. Volgens zij die zeggen het te kunnen weten (en er zijn massa’s Brel-fanaten) logeerde hij er na een optreden in La Bonne Auberge, waar de dochter van de hoteleigenaar niet zo saai en grijs als Vesoul zelf  was, maar uitermate vriendelijk en inschikkelijk. Hij beloofde ooit een lied over haar stad te maken. “Vesoul” kwam er en het vertelt niets over Vesoul.  

Sommigen menen dat Brel het in dit lied heeft over de wispelturigheid van de vrouw; over haar grilletjes waar hij de dupe van is.
Naast de fenomenale Brel is de bijdrage van Marcel Azzola in dit nummer minstens evenwaardig. Zijn accordeon krijgt van begin tot eind een prominente rol in een mengeling van musette en swing. Hij is de 'Marcel' uit de live-opname van 'Vesoul' uit 1968, die Brel aanmoedigde met "chauffe, Marcel, chauffe!".

Zalig!

 

 

Het lied werd in 2020 gebruik voor deze vrolijke coronahit in Frankrijk :

 

 

Scroll naar boven