Amerikaanse presidentsverkiezingen

Final countdown in de straten van New York. Nog een goede week te gaan voor de Amerikaanse presidentsverkiezingen. De debatten zijn achter de rug, nationale polls beloven steeds meer dat het op een onwaarschijnlijk spannende strijd uitloopt. Dit is mijn impressie van een weekje New York en waar men daar wakker van ligt.

Uiteindelijk zullen het de Swing States zijn die bepalen wie de nieuwe president van de Verenigde Staten wordt.

Ondertussen mag Romney zeker zijn van 23 staten en 190 kiesmannen terwijl Obama 18 staten achter zich heeft, goed voor 220 kiesmannen. Het politieke en demografische gewicht van staten als Californië en New York maakt dat Obama, met minder staten achter zich, toch meer kiesmannen kan tellen.

New York is 31 stemmen zwaar en is bijna ‘van nature uit’ democratisch. Ook al was de stad het slachtoffer van een van de grootste terroristische aanslagen in de geschiedenis en is Wall Street het financiële hart van de wereld.

Waar de New Yorker wakker van ligt is de kostprijs van geneesmiddelen, het onderwijs, betaalbaar wonen. Tot in het laatste debat, dat het buitenlands beleid van beide kandidaten behandelde, werd regelmatig afgedwaald naar de begroting. Veel belangrijker dan de rol van de Verenigde Staten in de wereldpolitiek is de restauratie van the American Dream.

Electoraal heeft het dus weinig zin dat Obama zijn gezicht in New York laat zien. Toch zou het geen kwaad kunnen, wil hij zijn boodschap van ‘hope’ levend en geloofwaardig houden.

 

Losing my religion

Op de kade van Queens heeft New York het gezicht van een glimlachende emigrant die na jaren van ontbering zijn American Dream heeft bereikt; een paar blinkende gouden tanden verschuilen een hoop pijnlijk rottende kiezen.

De stad zwelgt me op. De trein schuift onder Manhattan naar The Bronx en loopt stilaan leeg. Een enkele slapende dakloze vergezelt me nog als ik mijn halte bereik. Maar vergeet alle clichés van The Bronx even. De wijk is een van de dichtstbevolkte plaatsen van de Verenigde Staten en heeft toch een vierde van zijn oppervlakte als open ruimte beschikbaar. Pal in het midden van de wijk ligt de gezellige Bronx Zoo waar schoolbussen constant af en aan rijden.

Er wordt heel wat geïnvesteerd in infrastructuur en huisvesting. Niet alle plaatsen in The Bronx zijn even verpauperd. Maar toch?

Om de hoek van Bronx Zoo vraagt een verslaafde om een dollar. Ik geef het hem niet. De straten zijn behoorlijk verlaten en bewoners zijn duidelijk bezorgd om hun veiligheid, behalve een lange rij wachtenden aan de voedselbedeling.

In de VS leven momenteel zo’n 46 miljoen mensen van voedselbonnen. Vijftien procent leeft onder de armoedegrens.

In een verhit telefoongesprek verwijt een tiener z’n moeder dat ze niets meer is dan een alcoholverslaafde. De frustratie blijft hoog in een wijk als deze. De huidige president is voor velen de enige en laatste hoop. Het aantal jongeren uit The Bronx dat een hogere studie afrondt blijft laag. 14 procent hier tegenover 50 procent in Manhattan. Sinds de jaren negentig vervangt men in The Bronx systematisch grote scholen door kleinere omdat hier toch maar een klein aantal jongeren de school afmaakt en grotere scholen te onveilig zijn.

In Obama’s programma staan nieuwe investeringen in het onderwijs centraal. Iets wat volgens Romney zinloos is, omdat “meer investeringen toch niet leiden tot betere cijfers.” Meer zelfs, Romney wil 5% besparen in het onderwijs.

Eén enkele verbleekte affiche prijst een democratische kandidaat voor the assembly aan. Bedolven onder de reclame voor allerhande loterijen lacht de man met Albanese naam me vanuit een winkelraam toe.

“Bush got eight years to put us in this hole, why can’t we give Obama eight years to get us out?” zegt een kelner.

Er is nog hoop.

Scroll naar boven