Dag vreemde man

Of deze vogelverschrikker in de buurt komt van deze die we kennen uit het kinderboek, de film of de musical ‘De tovenaar van Oz’, is afhankelijk van de creativiteit van de betrokken landbouwer.

Met ‘natuur als goede buur’ in het achterhoofd kunnen landbouwers bij een invasie in hun graanvelden door gevogelte – meestal houtduiven – niet meteen een beroep doen op grof geschut. De code schrijft voor dat eerst andere oplossingen dienen uitgeput te worden, zoals het plaatsen van een afschrikkende of bewegende pop, vlaggen, ballonnen of linten, vooraleer een knallende oorlogsverklaring mag worden afgekondigd.

En zo kan het gebeuren dat je bij het passeren van graanvelden deze bevolkt weet met de meest bizarre figuren. Van een gekruisigde jas tot een derdehands opblaaspop, al dan niet met wapperende ledematen. Net zoals ook van toepassing op de mens, treedt er na een korte periode eveneens gewenning op bij de dieren, strijken ze met wolken terug neer op de oogst.

Is er een teveel aan deze beestjes of een te weinig aan graanvelden in onze contreien? Vast staat dat de overwegend met monoculturen beplante landbouwpercelen, zoals maïsakkers, woestijnen zijn voor dieren.

Voedselarme, dode oceanen voor zij die aangewezen zijn op het bijeenscharrelen van hun kostje in de natuur. Niet echt verwonderlijk dus, dat je ze geconcentreerd kan terugvinden rond wat zij als een gaarkeuken ervaren. 

Scroll naar boven