Er zijn geen echte flandriens meer, Sire.

Edelachtbare Sire,

Omdat de straat waarin ondergetekende, een vluchtig moment werd vereerd met de doortocht van de Ronde van België dit schrijven aan u, edelachtbare Sire.

Want het mag wel eens gezegd; was u niet de supercol die de twee delen van ons landje samenbrengt, ik had nooit ofte nimmer de eer gehad het ganse wielerpantheon voorbij mijn hof te zien passeren. De rochel van Cancellara op mijn oprit neem ik daar met plezier bij. Waarvoor dank Sire.

Enfin, ter zake. Sinds mijn straat dus een vluchtig moment werd vereerd met de Ronde van België is het hek hier van de dam. Hordes wielertoeristen rijden hier schuimbekkend voorbij in de sporen van hun helden. Aan de warme lente kan die plotse piek van testosteron niet gelegen zijn. Toegegeven, zoveel wielerhelden voor de deur… ’t was aanstekelijk.
Toen dat zoemend geluid van het peloton was weggestorven, bleef ook ik verweesd achter. Jeuk in de benen, trillende knieën en een luid bonkend Vlaams hart. Snuivend stak ik mijn neus in de lucht en tuurde naar de horizon. Het scheelde geen haar of ook ik besteeg mijn fiets, zoals honderden wielertoeristen dezer dagen dus plachten te doen Sire.
Gelukkig kwam ik net op tijd weer bij zinnen en won mijn zetel het van het zadel. Mijn Belgisch verstand won het van mijn Vlaams hart, zeg maar.

Begrijp me niet verkeerd, ik draag al die fietsers een warm hart toe. Elke keer er eentje voorbij komt, steek ik de hand op in de hoop dat er eentje zin heeft in een tasje koffie onderweg. Of een trappist als het na twaalven is. Maar met de angstaanjagende en onwrikbare blik van een Vlaamse leeuw spurt al dat wielergeweld me straal voorbij. Strak in de leer Sire, die moderne Vlaming.
Met de blik op oneindig en de roede stevig gekneld tussen zadel en bierbuik op weg naar de toekomst! Geen wonder dat zoveel Vlaams-Nationalisten van tegenwoordig een koersvelo hebben. Bijna evenveel als liberalen!

Als nederige dienaar van uwe persoonlijkheid is het dan ook niet meer dan mijn burgerplicht om u te waarschuwen voor die moderne flandriens Sire. Voor het plezier een fietstochtje maken zit er niet meer in van tegenwoordig.
Flandriens moeten stampen en knokken, klinkt het hier steeds luider. Altijd in de aanval! ’t Is allemaal de schuld van Karel van Wijnendaele, Sire. De man die met zijn barok taaltje den Vlaming leerde lezen, meer nog dan Conscience.
“Strijden ende vechten ende eervol ondergaan op het slagveld van den Kruisberg doet den Flandrien” schrijft ‘Koarle’ in ’35. Jongens toch, jongens toch. M

et zulke beelden in de kop rijden die wielertoeristen hier voorbij. Met de tong op het stuur en het hol wijd open op weg naar Wachtebeke en omstreken. Gedaan met de Vlaams Bourgondische gezapigheid. Ik maak me zorgen. Over Rik van Looy die tijdens de Ronde van Vlaanderen een tasje koffie ging drinken in het café omdat hij voor een gesloten slagboom aan den ijzeren weg kwam te staan. Daar spreekt men liever niet meer van.
Of over hoe de adelaar van Toledo die in de Pyreneeën zoveel voorsprong had dat hij met een ijsje in de hand rustig zijn achtervolgers kon opwachtten… laat staan over Maurice Garrin die aan het eind van Bordeaux-Parijs zo vroeg in de velodroom van Parijs aankwam dat er nog geen volk was. Ook al was Garrin een kettingroker en dronk hij wijn gelijk een koe water.
Daar haalt de nieuwe flandrien al helemaal de neus voor op, Sire. Nee jong, sympathiek is de moderne wielertoerist niet. Veel te strak in de leer.
Brullen als een leeuw naar mijn facteur omdat die mens een beetje zigzagt over het fietspad. En maar bellen achter oude vrouwtjes omdat hun prei een beetje te ver uit hun tas steekt en ze moeten remmen. En u weet net als iedereen: niets zo irritant in het leven als een wielertoerist achter u die een vélobel op zijn bolide gemonteerd heeft.

Een beetje relaxen zit er niet meer in hier in Vlaanderen, Sire. De moderne Vlaming is een beetje als Nicolas Frantz die tijdens de Ronde van Frankrijk van 1928 zijn kader brak op honderd kilometer van de meet en vervolgens een damesfiets van een onschuldige toeschouwer afpakte. ’t Is hier al list en bedrog dat de klok slaat. Als er geen Vlaming op kop van de koers rijdt, zouden ze kraaienpoten smijten en het peloton de verkeerde weg wijzen zoals in de Ronde van Frankrijk van 1926. Maar ooo wee als er een keer wat punaises op de weg liggen als de Vlaming zijn territorium aan het afbakenen is daar niet al te ver van uw deur. De gordel, de gordel. Gordelroos kreeg een mens er van.

Sire, allemaal goed en wel dus die Ronde van België, maar zoals eerder gezegd: als ik u was, ik zou toch zélf nog eens tot hier komen om u van de situatie te vergewissen. Want voor je het weet zijn die nieuwe flandriens met al hun discipline en Vlaamse strijdlust zodanig zotgetraind dat ze de supercol die u bent, zomaar eventjes zouden kunnen overwinnen met de vingers in de neus.
Ik alvast van mijn kant,beloof dat als er nog eens zo een dolgedraaide en zelfverklaarde flandrien voorbij mijn brievenbus passeert, ik hem zoals in die Ronde van ’26 de verkeerde richting aanwijs.
Want échte flandriens Sire, dat waren, en zullen altijd echte Belgen zijn.

Hoogachtend,
Sjas patat.

Scroll naar boven