Kos kost amper iets

Een Grieks eilandje doen voor enkele honderden euro’s, het kan. Maar hoe authentiek is zo’n stipje in de Egeïsche Zee nog? 700.000 toeristen per jaar bovenop de ongeveer 33.000 inwoners delen er samen 290 km² dorre grond.

De buitenlandse bezetter komt nog steeds uit heel Europa en één van hen die er via een lastminute vlucht voet aan land zette was ik. ‘Zorgeloos genieten’, dat is waar het op vakantie om draait, iets wat je meteen merkt eens enkele kilometers van de luchthaven weg.

80.000 hotelbedden kan je niet zomaar aan het oog onttrekken. All inclusieve complexen die op hun beurt een eiland in een eiland zijn.

Dat mijn generatie er niet de eerste bezoekers zijn, weet je gauw wanneer je een stukje geschiedenis van het eiland leest.

Kos is al vanouds bewoond, bewijs daarvan zijn de ruïnes van de oude hoofdstad. Zowel de Egyptenaren, de Romeinen, de Turken als de Italianen en de Duitsers passeerden het eiland en lieten er hun sporen na.

Kos-stad is ook de geboorteplaats van Hippocrates. Rondom de dikke oude plataan, waaronder hij nog les zou gegeven hebben aan zijn studenten, draaien vandaag toeristen rondjes. Terrasjes en prullaria-shops profiteren nog steeds van de destijds gemaakte schaduwrijke keuze van deze ‘vader van de moderne geneeskunde’.

Eiland Kos Hippocrates

En terrassen, winkels en uitgaansmogelijkheden zijn er in overvloed, vooral in de buurt van de charmante Mandrakihaven, waar je ’s morgen verse vis(jes) kan kopen en je vergapen aan de dure jachten die er aangemeerd liggen.

Fietsmogelijkheden zijn er volop op het grotendeels vlakke eiland, iets wat we dan ook gedaan hebben.

Fietsen Kos

Ondanks de naar Griekse normen vele kilometers aan fietspaden­- die veronderstelden dat een pedaaltje draaien wel eens een aangenaam budgetalternatief kon zijn voor een huurcabrio – was fietsen minder relax dan gedacht. Een al priemende junizon en het grote aantal fietsers (wat me soms aan de ‘Gentse Buitenband’ deed denken), waren hier verantwoordelijk voor.

Alle bezienswaardigheden lijken er wat op elkaar en de natuur – of wat er nog van rest – toont zich gedurende de zomermaanden dan weer van zijn dorste kant.

Grieks hoorde ik er nauwelijks praten en wat ik registreerde beperkte zich dan eerder tot een soort folkloristisch verkooptrucje van de horeca.

Een ober die me een ‘kalispéra’ (goedenavond) toewenst, ik die één vinger in de lucht steek en ‘birra’articuleer, om later dan af te sluiten met een ‘yassou’(tot ziens).

Wie van zwemmen, zonnekloppen en flaneren houdt zit op Kos helemaal op zijn plaats. Betaalbaar en grotendeels dezelfde ingrediënten als die die je op exotische, veel duurdere eilanden aantreft.

Als niet-zonneklopper liet ik me 6 dagen verwennen in een klein familiepension.

Er zijn op het eiland geen spectaculaire bezienswaardigheden, laat staan een groteske natuur die aan mijn mouw trok, waardoor ik enige rust vond in de schaduw van een bananenstruik. Met een biertje en enkele boeken die al lang schreeuwen om uitgelezen te worden binnen handbereik, ervoer ik deze break dan ook als geslaagd.

Eiland Kos

Scroll naar boven