Onverwachte Vriendelijkheid

Sylvie
0 reactie(s)

Er zijn van die momenten in het leven waarop je denkt: "Zie, dat vergeet ik nu es nooit meer!". Ik heb vaak van die momenten maar mijn geheugen maakt me even vaak iets wijs. Omdat ik dit bijzondere moment nu eens niet zou vergeten, zal ik het met u delen, want het is zo schoon dat het zonde zou zijn het te laten verdwijnen in de plooien van het alledaags geleuter, voor eeuwig verloren voor de Lochristinaren en de mensheid.

Laatst was ik mijn boodschappen aan het doen. Zoals gewoonlijk lag mijn lijstje netjes thuis op de keukentafel. Ik dwaal door de winkelgangen, occasioneel iets in mijn kar leggend, druk bezig met het instant bedenken van menu's voor de hele week. Dat is een creatief proces, en het heeft als gevolg dat ik dezelfde gang meerdere malen op en neer moet karren. Het heeft ook als gevolg dat het tijdsrovend wordt op den duur. En dat is dan weer frustrerend, want als ik het even kan, ga ik boodschappen doen wanneer er niet veel volk in de winkel is. Vaak stel ik vast dat ik dat behoorlijk goed kan inschatten. Maar dat duurt niet lang, want met mijn op - en neer- gekar en weg - en weer- gerij verlies ik mijn schone tijd en is de volksluwte veranderd in een toeloop.

Zo ook deze dag. Na een uur oeverloos gedwaal is mijn kar volgeladen met een mix van groenten en vlees en veggie en drank en zo meer. Ik ontwaak pas uit mijn voedsellabyrint diep in mijn hoofd, wanneer ik me naar de kassa's begeef. Ik hef het hoofd. Voor mij strekt zich een mensenrij uit van ongeveer tussen de ingeblikte krieken tot aan de kassa. Heel even bekruipt me de zin om alles weer uit te gaan laden en morgen terug te komen maar ik besluit deze rit uit te zitten. We zijn hier nu toch.

Niet lang daarna overvalt me mijn gekende paniek: er zijn nog mensen na mij, die aanschoven van bij de perziken-op-siroop. Ik bedenk dat ik straks, aan de kassa, alles uit die kar moet krijgen, mooi op de transportband gesorteerd, klaar om straks aan kassiersters' speed weer ingeladen te geraken. Ik kijk o zo beteuterd naar mijn kar, ik verwens mezelf dat ik ze zo vol heb geladen. Ik kijk, hopend op een beetje begrip naar de mensen achter me, maar die hebben het druk met hun peuter die half uit hun kar aan het klauteren is, intussen graaiend naar dit of dat op het rek.

En dan gebeurt het

Een mevrouw voor me, ik schat van een jaar of 68, heeft net haar eigen spulletjes uitgeladen. Ze keuvelt wat met haar meneer en schuift een halve meter op, de eetwaren op de band volgend. Die mevrouw, een volslagen onbekende, draait zich naar me toe, kijkt in mijn kar en zegt: " Zal ik jou even helpen uitladen, met twee gaat dat sneller dan alleen en ik heb hier toch niks te doen.” Mijn antwoord niet eens afwachtend, stapelt ze de helft van mijn kar alvast netjes op de band, en reikt me de scheidingslat alvast aan, om achter mijn berg goederen te plaatsen.

Dat heb ik nu nog nooit meegemaakt. Zoveel onverwachte vriendelijkheid. Zomaar. Ik heb het vriendelijke koppel uitvoerig bedankt, half van mijn melk omdat ik het zo ongegeneerd lief vond. Toen het koppel een beetje later nood had aan een plastic zak, was ik dolblij hen één van mij te mogen geven. Toen het koppel de kassa achter zich liet, zeiden ze nog eens vriendelijk gedag.

Zie, zoveel vriendelijkheid zonder boe of ba, dat vergeet ik nu niet meer. Echt niet.