Spintember

Sylvie
0 reactie(s)

Aaah, dromen van een nazomer, de bladeren van de bomen zien verkleuren, het winteruur dat lekker veel ergernis mag wekken, warme tinten alom voor het grijze seizoen er aan komt... Dit moet september zijn.

Ik hou niet van september. Het klopt ook aan geen kanten. Sept, dat is zeven, en het is de negende maand. En in die negende maand die genoemd is naar een of andere zevende, komen dieren met acht poten op de proppen. Ik hou niet van september maar ik hou nog veel minder van spinnen.

Spinnenangst is niet om mee te lachen (tenzij je een spin bent, die heb ik al zien schuddebuiken), het verhindert mij om gedurende 1 à 2 maand normaal te functioneren. De komende maanden ga ik dus eerder moedeloos weer momenten van volslagen hysterie tegemoet.

Kleine spinnetjes doen me niets. Vogelspinnen? Aaibaar, geen probleem. Het zijn die gewone huisspinnen die 't hem doen. Die plots opdagen vanuit mijn rechterooghoek, soms gewoon hun schaduw tonen, of doodgemoederd de living oversteken comme si ne rien n'étais. Had ik hun capaciteiten, ik hing tegen het plafond. Maar ik heb hun capaciteiten niet, dus ik verander in een gillende zoutpilaar.

Van tegen het plafond hangen gesproken: de zwaartekracht, de trots van Newton, datgene wat maakt dat je iets terugvindt daar waar je het liet vallen, die kracht wordt door spinnen met alle 8 pootjes ruwweg genegeerd. Dat maakt mij toch een beetje bang. Dat, en hun gewoonte om fijne touwtjes uit hun achterste te toveren, zonder een garenklos te hebben ingeslikt. Ze maken geometrische bouwwerken die nagenoeg onzichtbaar zijn, voorzien deze van een soort Pattex en gaan dan rustig in een hoekje zitten of hangen. En wat me nog het meeste de kast opjaagt: ze zijn stil. Acht poten, rondlopend, stampend misschien, muren op en af, over je hoofd, langs je oren in de zetel, uitblazend tussen de haartjes van je pluchen pantoffels, en... je hoort ze niet!

Mijn angst gijzelt mijn huisgenoten, die op jacht moeten, kamers moeten uitspinnen, gevonden Itsy Bitsy's vakkundig naar buiten moeten begeleiden, en mij moeten troosten tot het punt dat mijn hart weer gaat kloppen.

Om mijn huisgenoten met getrainde infanterie te versterken, nam ik een ander soort 8 poten in huis. Ze zijn net zo harig, ze zijn lenig en snel, laten zich niet tegenhouden door een moeilijke doorgang onder de kast, en lusten de levende garenklossen rauw. Bambou en Dotje hebben twee maanden genoten van de zon en het lamlendig leven. Maar aan hun rusteloze gedrag is te merken dat ze staan te popelen voor wederintrede in de spinnenbrigade. In ruil mogen ze wel mijn hoofdkussen inpalmen. Of een vaasje breken. Of een zetel molesteren. Of voor het TV scherm gaan zitten.

Ik hou niet van spinnen.