Er wordt gefluisterd dat mensen de evolutionaire uitloper zijn van de mensaap. Ik wil dat allemaal wel geloven, en voor de meeste mensen zal dat wellicht wel kloppen. Niet voor mij. Ik ben namelijk afkomstig van de beer.
Veel van mijn kenmerken wijzen daar op. Ik ben een zoetekauw, om mee te beginnen. Honing en zo. Omdat ik een geëvolueerd modelletje ben, koop ik dat in een potje, en laat ik de bijen gerust, anders dan mijn voorvaderen en mijn nonkel Poeh. Niks bananen. En ik hou van zalm.
Ik heb ook de neiging om een stevige speklaag aan te leggen, en dan nogal lang te slapen. Liet je het aan mijn biologische klok over, ik hield vanzelf een winterslaap. In de zomer lekker schransen, en dan al dat lekkers op 't gemakske een hele winter laten verteren.
Nog meer bewijs is te vinden in mijn manier van bewegen en communiceren. Ik slinger niet, ik huppel niet. Ik klop mezelf zelden tot nooit op de borst. Ik schuur wel eens tegen een deur (de evolutionair hogere trap van een boom), en ik beweeg nogal sloom. Ik oe-oe-oe-a-a niet wanneer ik wakker word, ik grom en ik brom.
Hoe ik er achter ben gekomen? Ik zag als kind Jungle Book, en ik wist het: die innerlijke goedheid, die creativiteit van Balou de beer, daar herkende ik me meteen in. Balou zong over de dingen van het leven; Koning Louis, die wou gewoon iemand anders zijn. Meer had ik niet nodig.