Wanneer ben je ‘de gewone man’ af?

Evarist Ganzelever
0 reactie(s)
Wanneer ben je ‘de gewone man’ af?

© Evarist

Dagelijks duikt het wel ergens op in de media. Zo hoorde ik enige dagen geleden nog dat ‘vanaf morgen de boekenbeurs ook toegankelijk is voor de gewone man’.

Of dat ‘de gewone man’ de nieuw opgelegde taksen zal voelen in zijn portemonnee, in zoverre dat er nog iets inzit, welteverstaan. Een aantal politieke partijen claimt er te zijn voor ‘de gewone man in de straat’. Echter wanneer ik het doorsnee profiel van hun aanhang en entourage even tegen het licht houd, merk ik allesbehalve een homogene bende.

Maar wat onderscheidt de gewone man nu van ‘de buitengewone man’?

Ik kan de foxtrot aarsblazen en heb me gespecialiseerd in het declameren van zelfgeschreven verzen voor lege parochiezalen. Val ik op basis van deze criteria nu buiten de categorie ‘Jan Modaal’ of is er meer nodig?

In de middeleeuwen behoorden koningen tot de hoogste stand, gevolgd door de geestelijken en de adel, om uiteindelijk bij de anonieme boerenstand de grond te raken. Ook toen kon men zich, alhoewel heel uitzonderlijk en door bijzondere gaven of daden, uit het anonieme grijs wringen. Die boerenstand van toen was beslist wat we vandaag ‘de gewone man’ noemen. Diegenen waarmee oorlogsslagvelden bezaaid liggen of veroordeeld waren tot de bedelstaf bij een mislukte oogst.

Zelf krijg ik een wat slechte smaak in de mond wanneer ik de naam ‘het grote publiek’ hoor vernoemen. Net zoals het woord ‘Nigger’ in de VS een negatieve connotatie bezit wanneer ze het over een bepaalde bevolkingsgroep hebben. Zo ook voel ik mij geviseerd wanneer de uitdrukking ‘de gewone man’ valt .

Net alsof ze het over tweederangsburgers hebben.