Weer

Ik vond het erg dat ik het op deze blog nog niet gehad heb over dat waar we het altijd over hebben: het weer.

Geef toe, er valt nogal wat over te zeggen. In de eerste plaats ben ik dankbaar dat er zoiets bestaat als het weer. Hoe zouden we anders ons praatje beginnen bij de bakker en de beenhouwer?

" Nogal een weer hé!" – het is wellicht de meest gebruikte " ik ken u niet en ik weet niet wat gezegd" – openingszin aller tijden.

Nu dat gezegd is: het is nogal een weer hé. We zijn nog geen zomer maar de lol is er alweer af voor mij. Eerst dagenlang wind, dan pufheet en dan weer herfst. Het is allemaal goed en wel maar ik ben het zo'n beetje beu om heel te tijd aan en af te gaan sleuren met mijn terrasuitrusting. Het is maar dat een terras veel wind vangt en dat ik bij van die jolige al dan niet aangekondigde hevige windstoten mijn stoelen bij de buren moet gaan halen en mijn plantenpotten kan gaan lijmen.

Laatst was ik vergeten om mij op onweer te voorzien en ik zag de stoelen uit eigen beweging het grasveld oversteken. Ik kon mijn kussens als waterbed gaan gebruiken. Neen, ik ben geen fan van dat op – en neerweer.

Mijn gras is ook geen fan. Veel wind maar geen druppel regen. Was mijn man nu net zo ijverig om te gaan verticuteren. Het resultaat is een dorre vlakte. Nog even en ik kan woestijnbeesten gaan kweken. Het enige groen is de heroplevende klaver. Ge kunt bijna niet meer met uw blote voeten in dat gras gaan lopen – het stekt langs alle kanten van de droogte. Het ziet er vooral ook heel triestig uit. Ik krijg bij de aanblik van zoveel dorheid spontaan een triestig muziekje van Ennio Moricone in mijn hoofd.

Het weer doet rare dingen, vind ik. Vandaag is het 30 graden, en morgen 15. Op zich kan dat allemaal geen kwaad maar het is verwarrend voor mijn kleerkast. Vroeger had ik een zomerdeel en een winterdeel en een klein tussendeel. Nu liggen de wollen truien en de bikini's gezellig samen.

Ik ben er ook niet zo goed in, in het inschatten van het weer. Ik denk dat mijn verstand het allemaal wat te simpel opneemt. Ofwel gaat het van: " Het is juni, dus het is warm" ofwel is het meer: " Het is grijs en het regent dus het is koud".

Geen enkele van deze simplistische redeneringen houdt steek, met alle gevolgen vandien. Ik loop bij grijs weer met mijn botten aan in 25 graden, terwijl ik bij madamkes zit met hun schoon gelakte blote teennagelkes. Of ik heb geen jas aan en bibber uit mijn vel in de zonnige, doch koude junilucht. Het is allemaal niet meer zo simpel. Vroeger kon een mens nog zeggen: wil je weten welk weer het is, kijk dan naar buiten, maar tegenwoordig kunt ge u daar dus serieus aan mispakken.

Er zijn geen zekerheden meer, madam.

Scroll naar boven