De mot zit er in

Jean Marie
0 reactie(s)
buxusmot alternatieven buxus

© JMDB

Bij Velt - Vereniging voor Ecologisch Leven en Tuinieren – zijn ze ervan overtuigd dat het zowel je tuinplezier als de natuur ten goede komt als je een teveel aan buxus gaat vervangen door een diversiteit aan andere interessante planten.

De buxusmot kwam enkele jaren mee van uit Azië. Net zoals de wijngaarden in Europa rond 1865 massaal (95 %) getroffen werden door de druifluis - ingevoerd van uit Amerika - is het nu de buxus die massaal aangetast wordt. Spuiten helpt niet echt op lange termijn, zeker niet als je natuurminnend bent.

Het succes van de buxus

De buxus heeft zijn succes voor een deel te danken aan zijn veelzijdige toepasbaarheid. Hij is wintergroen en kan in allerlei vormen gesnoeid worden. Een bloeiende buxus is zelfs een uitstekende bijenplant, maar door intensieve snoei krijgt hij daar in de meeste tuinen geen kans toe. Door de keuze voor één plant, die alle functies moet vervullen maken we onze tuinen overgevoelig aan ziektes en plagen.

Je tuin wordt veel boeiender en sterker door verschillende planten met dezelfde of meerdere functies onderling te combineren. Als jouw tuin getroffen werd door de buxusmot en je (bijna) alle struiken moest verwijderen, vind je hieronder misschien inspiratie om waardige opvolgers voor je buxus te kunnen kiezen.

winterharde bodembedekker

1. Traag groeiende, van nature laag blijvende, bloeiende struikjes

Er zijn er heel wat die wintergroen blijven. Door niet voortdurend te snoeien, komen ze in bloei en lokken ze nuttige insecten naar je tuin. Op lichtere zand- en leemgronden heb je ruime keuze.

Typische heideplanten als struikhei (bv. Calluna vulgaris, 40-50 cm) en kraaihei (bv. Empetrum nigrum, 20-50 cm) vragen om zure bodem, maar winterheide (Erica carnea of E. darleyensis, 25-30 cm) fleurt ook op neutrale tot licht kalkhoudende bodems je tuin op. Dat is ideaal wanneer je de bodem regelmatig hebt moeten bekalken voor je buxus.

Bergthee (Gaultheria procumbens, 10-15 cm) of Appeltjesblad (Gaultheria shallon, 120 cm) trakteren je op glanzend groen blad en eetbare bessen. Ze doen het evenals de heideplanten goed op zure bodems.

Intens blauwe bloemtrossen krijg je van een Amerikaanse kruipsering (Ceanothus thyrsiflorus var. repens, 50-150 cm), die het op iedere goed doorlaatbare grond met veel of weinig zon goed doet.

Even gemakkelijk is de sneeuwbal (Viburnum davidii, 60-150 cm) met fijne witte bloemtuilen die uitgroeien tot blauwe bessen als je zowel vrouwelijke als mannelijke struiken aanplant.

Ook verschillende soorten kardinaalsmutsen (Euonymus fortunei, 50-100 cm) zijn op iedere grondsoort en standplaats dankbare struiken en bodembedekkers, vaak met fraaie bladkleur in ruil voor eerder onopvallende bloemetjes. Kleine ronde buxusachtige blaadjes krijg je van de dwergvorm E. fortunei ‘Minimus’, 30-50 cm.

Als typische groenblijver voor schaduw mag ook klimop niet ontbreken. Er bestaat ook compacte, struikvormige klimop (Hedera helix ‘Arborescens’, 100-150 cm). Als hij bloeit, is dit een zeer waardevolle voedselplant voor insecten.

​2. In volle zon op wat drogere, neutrale tot kalkrijke grond

lavendel

Hier kun je gaan voor een mediterraans geïnspireerde informele haag of border met Lavendel (Lavandula soorten, 30-70 cm), Salie (Salvia officinalis, 40-70 cm), Oregano (Origanum vulgare, 40-60 cm, O. vulgare ‘Compactum’, 15-30 cm), Tijm (Thymus vulgaris, 10-20 cm), Rozemarijn (Rosmarinus officinalis, 90-120 cm, R. officinalis ‘Prostratus’, 20-40 cm kruipend), Bergbonenkruid (Satureja montana, 30-40 cm) en echte gamander (Teucrium chamaedrys, 25-40 cm).

Het zijn insectenmagneten  en je kan zelf mee van de heerlijke geuren, kleuren en smaken genieten!

3. Groenblijvende bodembedekkers voor schaduw

vinca minor kleine maagdenpalm

Grote en kleine maagdenpalm (Vinca major, 20-45 cm en Vinca minor, 20-25 cm) met licht glanzend groen blad en paarsblauwe bloemen. Bodem bedekkende klimop, eventueel met sierlijke bonte, wit gerande bladeren (Hedera helix ‘Goldchild’, 30-300 cm).

4. Wintergroene, hogere haag of struik (2-3 m)

De prachtige schijnhulst bloeit met overheerlijk zoet geurende witte bloemetjes waar heus niet enkel insecten verzot zullen op zijn. Combineer bijvoorbeeld lentebloeiende Osmanthus burkwoodii (200-300 cm) met herfstbloeiende Osmanthus heterophyllus (200-300 cm) voor een lang, lekker ruikend seizoen.

Heerlijke geur krijg je ook van de witte bloemen en het glanzende blad van de Mexicaanse oranjebloesem of Glansmispel (Choisya ternata, 200-300 cm). Snoei je hem meteen na de voorjaarsbloei, dan kan je in de herfst een tweede bloei krijgen. De struik heeft voedselrijke bodems en een zonnige, beschutte plaats nodig om vorstschade te voorkomen.

bloei kweepeer

Op zure bodems kan je Escallonia rubra (250-400 cm) met felroze klokjesvormige bloemen kiezen.

Ook onze inheemse kleinbladige liguster (Ligustrum vulgare ‘Atrovirens’, 250-300 cm), Japanse liguster (L. japonicum, 250-300 cm) en grootbladige Haagliguster (L. ovalifolium, 300-500 cm) hebben geen specifieke bodemvereisten en groeien prima in zon en halfschaduw. Ze kunnen hoog worden, maar je kan ze ook onmiddellijk na de bloei snoeien om ze compact te houden.

Op schaduwrijkere plaatsen fleurt de mahoniestruik of druifstruik Mahonia media ‘Charity’ (250-400 cm) je tuin van november tot maart met geurende gele bloemtrossen op.

​Voor elke standplaats zijn er mogelijkheden die bovendien nuttig zijn voor insecten. Diversiteit en evenwicht zorgen in een onderhoudsarme, zelfredzame, insectenlokkende tuin  voor pracht ook als de volgende plaag door het land waait.

(Bron: Velt vzw – www.velt.be)