Taalgrensfietsroute : een vijfdaagse “Belgische” beleving

Claudine
0 reactie(s)

Door netjes binnen de landsgrenzen te blijven in de zomervakantie willen we een eventuele quarantaine, annulaties, blokkeringen, gezondheidsrisico’s  én veel kopzorgen voorkomen. Gelukkig  vinden we met "De Taalgrensroute Vlaanderen-Wallonië” een miniversie van een ander avontuur dat we begin 2020 voor ogen hadden: een pittige meerdaagse fietstocht.

De route van Komen (Comines) tot Voeren (Fourons), van uiterst west naar oost, is initieel 430 km lang en krult zich om en rond de taalgrens en door de faciliteitengemeenten.  


Terwijl  Vlaamse en Waalse politici ook na meer dan 470 dagen nog altijd even kortzichtig  en ultra  gewichtig over de vorming van  een communautair stabiele regering  bekvechten,  wisselen  wij probleemloos en meerdere keren per dag de ene deelstaat in voor de andere. Grenzeloos fietsen

In West- en Oost Vlaanderen, Henegouwen, Waals en Vlaams Brabant, Limburg en Luik, slingert de taalgrens uit 1962 zich door een licht heuvelachtig landschap. We frissen onze aardrijkskundekennis op als we fietsen  langs Leie, Schelde, kanaal Bossuit-Kortrijk, Molenbeek, Zwalm, Dender, Jeker, Zenne, Maas, Lac de Genval en Albertkanaal.

En we laveren vanuit een straat naar een rue, van l’école tot een volgende school,  drinken dezelfde koffie op de place als op de markt. We passeren Bevekom of Beauvechain en Racour of Raatshoven, nemen een veerboot over de Maas en de brug over La Meuse. Zo vlakbij de taalgrens schakelt iedereen van Frans naar Vlaams met alle gemak. Was het maar weer sexy om overal in België  - zoals het een paar decennia geleden was - tweetalig te zijn. We wensen het alle politici toe.

Via de route komen we in steden en dorpen waar we soms al van hoorden,  maar waar we het nooit de moeite vonden om er even halt te houden: Mesen, Menen, Ellezelles, Lauwe, Dottignies, Edingen, Tubeke, Rutten, Herstappe, Landen…  
We delen het traject over vijf fietsdagen met vier overnachtingen in Ronse, Waterloo, Tienen en Tongeren. De vijfde dag fietsen we van Tongeren tot Voeren en vandaar naar en naast  de Maas tot Luik, waar we ons met onze fiets en bagage op de trein tot Gent wrikken.

Belgische vaderlandstrots voelen we in Lessines of Lessen aan de Dender. Het is een mooi en aangenaam stadje, gekend voor de ontginning van porfiergesteente. Het was al in de middeleeuwen het grensgebied van de graafschappen Henegouwen en Vlaanderen, met de nodige conflicten en belegeringen als gevolg. De kleine historische stadskern  wordt beheerst door enkele monumenten, zoals het enorme gebouwencomplex van het middeleeuws gasthuis l’Hôpital Notre Dame à la Rose en de geklasseerde Sint Pieterskerk. Van de Dender, met zijn slechte reputatie omwille van de industriële vervuiling, bekoren ons nu zijn oevers met de sluis, een gekanaliseerde aftakking, oude werkhuizen en opslagplaatsen, een steenoverslaginstallatie in ruïne.

De band met onze nationale trots Réné Margritte, in 1898 hier in Lessines geboren, is op heel  wat plaatsen duidelijk. Als knipoog naar de surrealistische kunstenaar, zit hij daar in brons, een burgerman in pak, op een bankje, bolhoed omgekeerd op het hoofd en draagt als enige in deze stad géén mondmasker:  ceci n’est pas un Lessinois
 

De TAALGRENSRFOUTE 430 km fietsen langs knooppunten van Comines(Komen) tot Voeren(Fourons) 2020. Ward Van Loock.

ISBN9789464000580 - Uitg. Recreatiefietser www.recreatiefietser.be